Risicobalans

Risicobalans adviseert en begeleidt ondernemers bij de aanpak van bedrijfscontinuïteit bedreigende risico’s . De integrale risico aanpak zorgt bij u voor de juiste “RISICOBALANS”.

Aansprakelijkheid voor zaken

Bij de aansprakelijkheid voor zaken gaat het om:

  • Gebrekkige roerende zaken, art. 6:173 BW;
  • Opstallen, art. 6:174 BW;
  • Dieren, art. 6:179 BW.

Aansprakelijkheid voor gebrekkige roerende zaken
De aansprakelijkheid voor gebrekkige roerende zaken is geregeld in art. 6:173 BW. Gebrekkig betekent hier dat de roerende zaak niet voldoet aan de eisen die de gebruiker van die zaak daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen. De bezitter van de roerende zaak is aansprakelijk. Het gebrek moet wel de oorzaak zijn van de schade.

De bezitter kan geen beroep doen op het feit dat hij niet op de hoogte was van het gebrek. Bovendien moet het gebrek een bijzonder (extra) gevaar opleveren. Eigen schuld aan de zijde van benadeelde kan de risicoaansprakelijkheid aan de zijde van de bezitter overigens opheffen of beperken.

Aansprakelijkheid voor gebrekkige onroerende zaken
Onder onroerende zaken wordt in dit verband verstaan:

  • Opstallen;
  • Openbare wegen;
  • Leidingen;
  • Rioleringen.

Een opstal is een blijvend met de grond verbonden werk van kunstmatige oorsprong. De bezitter/exploitant van een opstal is in beginsel risicoaansprakelijk voor schade veroorzaakt door (onderdelen van) de opstal. Wat wel of niet tot de opstal behoort, is niet altijd even goed te zeggen. Dat kan van geval tot geval verschillen.

Voor de begrenzing van het begrip ‘opstal’ wordt verder aangesloten bij maatstaven die in het maatschappelijk verkeer worden gehanteerd. Hagen, muurtjes en andere terreinafscheidingen, mits direct verbonden met het gebouw zelf, worden beschouwd als opstal. Een vlaggenmast kan ook worden beschouwd als een opstal.

Wanneer een opstal niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen en er ontstaat schade, is de bezitter van de opstal aansprakelijk voor de schade.

Het is overigens goed mogelijk dat eigen schuld aan de zijde van de betrokkene kan leiden tot het opheffen van de risicoaansprakelijkheid aan de zijde van de bezitter/exploitant van het pand (art. 6:174 BW).

Bij de werking van art. 6:174 BW is het mogelijk dat er sprake is van de ‘tenzij-, indien’-clausule. Kort samengevat houdt deze beperking van de risicoaansprakelijkheid het volgende in: wanneer er sprake is van eigen schuld aan de zijde van de benadeelde dan wel dat de tijd gelegen tussen het ontstaan van het gevaar enerzijds en de tijd benodigd om het gevaar op te heffen anderzijds te kort is om afdoende maatregelen te kunnen nemen, ontstaat er een schulduitsluitingsgrond aan de zijde van degene die het gevaar creëert.

Aansprakelijkheid voor dieren
De bezitter van een dier wordt aansprakelijk gesteld voor de schade door dat dier aangebracht (art. 6:179 BW). Het moet dan wel gaan om schade verricht uit de ‘eigen energie’ van het dier.

Eigen schuld aan de zijde van de benadeelde kan binnen deze risicoaansprakelijkheid gevolgen hebben voor de hoogte van de uitkering die de verzekeraar betaalt.